Stoombaggermolen
STOOMBAGGERMOLEN “FRIESLAND”
Eigenschappen
Soort vaartuig emmerbaggermolen
Bouwwerf Holthuis, Veendam
Bouwjaar 1935 (kiel gelegd); grote ombouw in 1966
Lengte 25,72 meter
Breedte 6,90 meter (over de berghouten)
Holte 2,40 meter
Diepgang ca 1,50 meter
Strijkhoogte 8,10 tov de waterlijn
Maximale baggerdiepte 13,00 meter
Emmerinhoud 220 liter
Aandrijving emmerketting stoommachine, 125 pk
Havenaggregaat Lister 318 HW3 AM 15, 36 pk bij 2000 rpm
Aantal emmers per minuut 22 bij reductie 1:4, 16 bij reductie 1:2
Inhoud brandstotbunkers 13.000 liter
Inhoud watertank 3.000 liter
Bemanning 5 personen (dagaccommodatie)
In zand en klei kon een productie van ca 4.000 kubieke meter behaald worden.
In zeer licht materiaal als slib of veen, werden de emmers vervangen grotere van 300 liter.
Ook de snelheid van de emmerketting werd dan vergroot, zodat de weekproductie tot 12.000 m3 kon oplopen.
Geschiedenis
BOUW
De kiel voor deze baggermolen werd in 1935 gelegd op de werf van N.V. Machinefabriek v/h Th. Holthuis te Veendam.
Waarschijnlijk om aan het eind van de crisisperiode de mensen aan het werk te houden, werd de molen voor eigen rekening onder de naam “Veendam 220” op stapel gezet.
Het getal 220 in de naam staat op de emmerinhoud in liters.
De molen wordt in april 1937 te water gelaten.
Inmiddels is er een huurder gevonden voor de molen, het destijds bekende Friese baggerbedrijf Gebrs. Dikkerboom & Sybrandy uit Oudehaske.
Op hun verzoek wordt de molen op 27 juli 1937 in het scheepsregister in Groningen ingeschreven onder de naam “Friesland”.
De huurtermijn werd aangegaan op 1 augustus 1937 voor de duur van één jaar, tegen een huurprijs van 6000 gulden per jaar en 300 gulden per week voor lieren en staaldraden.
VERKOCHT
Blijkbaar voldoet de molen goed, want op 1 augustus 1938 koopt de Firma Gebrs.
Dikkerboom & Sybrandy de tot dan toe in huur gebruikte molen. De koopsom was 34.750 gulden, echter onder aftrek van de gedane “maandelykse, ten kantore van verhuurders betaalde huurpenningen”.
In 1966 werd de “Friesland” in Hoogkerk omgebouwd van kolenstook naar oliestook, waarbij de originele ketel werd gehandhaafd.
Om de stabiliteit te vergroten, werd de lengte van 21,05 naar 25,72 meter gebracht.
In de beide zijden kwam er 0,70 meter bij, zodat de totale breedte op 6,90 meter kwam.
Verder werd de molen uitgerust met een 230V elektrische installatie en een waterontharder. De baggermolen is in Nederland vooral aan het werk geweest met het uitdiepen van kanalen als het Prinses Margriet kanaal en het Amsterdam-Rijnkanaal.
Andere werken waren het koelwaterkanaal voor de centrales in Dodewaard en Bergum, bij de stuwen in IJsselstein en in de Wilhelminahaven in Schiedam (“twee keren en dat op de maximale werkdiepte van 18 meter: alles kraakte!”)
Een spraakmakend werk was een operatie achter en onder de Baanhoekbrug in Sliedrecht in 1978/1979, waarbij gezocht werd naar bommen die bij de bombardementen tijdens de oorlog zouden zijn achtergebleven in de bodem.
Bij het werken met de (veel grotere) baggermolen “Westgeul” kwam een bom in de emmers terecht. Door de grootte van de molen werd dit te laat opgemerkt, waardoor de bom letterlijk boven water kwam.
De hulp van de “Friesland” werd daarna ingeroepen.
Reeds na twee dagen was het raak: er zat iets in de emmers, de rem er op, de machine stil.
Er bleek een 500 ponder opgegraven te zijn, welke zonder schade geborgen kon worden.
GESCHONKEN
Medio tachtiger jaren werd het baggerbedrijf Dikkerboom & Sybrandy geliquideerd.
Het materieel werd gesloopt of verkocht.
Op 18 juli 1988 werd de stoombaggermolen “Friesland” ten geschenke aangeboden aan de aftredende voorzitter van de Raad van Bestuur van de Koninklijke Boskalis Westminster, de heer ing. J. Kraaijeveld van Hemert.
Deze bracht de molen in eigendom onder in de Stichting Stoombaggermolen Boskalis Westminster, die tot doelstelling heeft de molen zo goed mogelijk in de originele staat te houden, cq te brengen.
Op 27 juni 1989 wordt de molen afgemeerd bij het Nationaal Baggermuseum in Sliedrecht.
Een aantal malen per jaar wordt de molen naar (maritieme) stoomevenementen in Nederland versleept, alwaar de machines in vol bedrijf gebracht worden. Na een zeer grondige reparatie en restauratie, met veel inzet van vrijwilligers en sponsors, wordt de molen ingeschreven als varend monument in het Nationaal Register Varende Monumenten ®.